Vanaf 1 april 2016 is sprake van opeenvolgende arbeidsovereenkomsten in een keten wanneer deze elkaar binnen 6 maanden opvolgen. Een werkgever mag met een werknemer maximaal 3 tijdelijke arbeidsovereenkomsten aangaan in een termijn van maximaal 2 jaar. Indien meer dan 3 tijdelijke arbeidsovereenkomsten overeen worden gekomen, dan ontstaat een vast dienstverband. Dat geldt ook als de termijn van 2 jaar wordt overschreden.
Er zijn een aantal uitzonderingen op de hoofdregel:
– een tijdelijk contract dat voor twee jaar of langer is gesloten kan éénmaal worden verlengd met een periode van maximaal drie maanden;
– onder bepaalde voorwaarden kan bij cao worden bepaald dat de periode van twee jaar wordt verlengd tot maximaal vier jaar en kan het aantal van drie tijdelijke contracten worden verhoogd naar hoogstens zes.
– een enkel contract mag nog wel langer duren dan 24 maanden.
Ten aanzien van bestuurders kan schriftelijk worden afgeweken.
De ketenregeling is niet van toepassing op:
(a) arbeidsovereenkomsten met werknemers die een duale leer-werkopleiding volgen.
(b) arbeidsovereenkomsten met werknemers die gemiddeld niet meer dan 12 uur per week hebben gewerkt en nog geen 18 jaar zijn. Wordt een werknemer 18 jaar, dan geldt de arbeidsovereenkomst die op dat moment loopt als eerste van de keten.
De ketenregel lijkt simpel. In de praktijk ontstaat echter nog veel onduidelijkheid over de regel.
(geplaatst in de Stedendriehoek in juli 2016)