Rechters bepalen niet met de natte duim een bedrag aan kinderalimentatie. Een groep rechters die zich bezig houdt met alimentatiezaken stelt aanbevelingen (de zogenaamde Tremanormen) op die meestal door alle rechters worden gevolgd. Rechters zijn dit echter niet verplicht. Sinds 1 januari 2015 wijken een aantal rechters af van de Tremanormen voor de berekening van het aandeel van ouders in de behoefte van de kinderen.
Sinds de Wet hervorming kindregelingen is ingevoerd hebben alleenstaande ouders die in aanmerking komen voor een kindgebonden budget recht op een verhoging van het kindgebonden budget. Deze verhoging wordt de alleenstaande-ouderkop genoemd. Volgens de Tremanormen dient het hele kindgebonden budget in mindering te worden gebracht op de behoefte van de kinderen. Het hof Den Bosch en rechtbank Zeeland-West-Brabant doen dit ook. De rechtbank Den Haag brengt echter de alleenstaande-ouderkop niet in mindering op de behoefte. De rechtbank Noord-Holland lijkt de lijn van de rechtbank Den Haag te volgen, terwijl het Hof Amsterdam en de rechtbank Limburg definitieve beslissingen m.b.t. kinderalimentatie voorlopig aanhouden. Pas wanneer de Hoge Raad een uitspraak heeft gedaan weten we welke rechtbank het bij het rechte eind heeft. Als de behoefte van uw kind dit jaar is berekend kan het dus zo zijn dat over een tijd blijkt dat dit niet op een juiste manier is geschied. In dat geval zou u om een wijziging kunnen verzoeken.
(gepubliceerd in de Stedendriehoek in april 2015)