Vakantie opnemen ?

Home > Blogs > Vakantie opnemen ?

U hebt het druk met uw werk. Voor het opnemen van vakantiedagen is geen tijd. Loopt u nu het risico dat uw vakantiedagen vervallen?

Het antwoord hierop is ja. Het kan zijn dat u geen recht meer hebt op uw vakantiedagen. Hieronder leggen wij uit hoe de regels luiden en toegepast moeten worden.

Als eerste is van belang te weten dat de wet een onderscheid maakt tussen wettelijke vakantiedagen en bovenwettelijke dagen.

Wettelijke vakantiedagen

De wettelijke vakantiedagen zijn de vakantiedagen waar u op grond van de wet recht op heeft. Het aantal vakantiedagen is gelijk aan vier keer de overeengekomen arbeidsduur per week. Wanneer u bijvoorbeeld 40 uur per week werkt, heeft u recht op 160 uur vakantie per jaar. Bij een werkweek van 20 uur per week heeft u dus recht op 80 uur vakantie per jaar.

Verval wettelijke dagen

Voor de wettelijke vakantiedagen geldt dat deze zes maanden na afloop van het kalenderjaar waarin u deze heeft opgebouwd vervallen tenzij u de dagen bijv. als gevolg van ziekte niet heeft kunnen opnemen.

Bovenwettelijke vakantiedagen

Indien u echter op grond van uw arbeidsovereenkomst of cao, recht heeft op meer vakantiedagen dan de wettelijke vakantiedagen dan zijn dit bovenwettelijke dagen.

Verjaring bovenwettelijke dagen

Voor bovenwettelijke dagen geldt een verjaringstermijn
van vijf jaren. Als u dus 40 uur per week werkt en per jaar recht heeft op 200 vakantie-uren, dan vervallen de eerste 160 uur (de wettelijke vakantiedagen) na zes maanden en voor de overige 40 uur (de bovenwettelijke vakantiedagen) geldt een verjaringstermijn van vijf jaren.

Wat is het verschil tussen een vervaltermijn en een verjaringstermijn?

Voor de wettelijke vakantiedagen geldt dus een vervaltermijn van zes maanden terwijl voor de andere vakantiedagen (de bovenwettelijke vakantiedagen) een verjaringstermijn geldt van vijf jaar. Het belangrijkste verschil tussen een vervaltermijn en een verjaringstermijn is dat een verjaringstermijn gestuit (verlengd) kan worden en een vervaltermijn niet.

Vervallen de wettelijke vakantiedagen dan altijd zes maanden na afloop van het kalenderjaar wanneer deze zijn opgebouwd ?

Dit was in het verleden wel het geval. Op 6 november 2018 heeft het Europese Hof van justitie echter een tweetal belangrijke uitspraken gedaan waarin de vraag werd beantwoord of een werknemer het recht om jaarlijks vakantie met behoud van loon te mogen opnemen kan verliezen (en daarmee ook het recht op vergoeding voor niet-genoten vakantie bij beëindiging van het dienstverband) als hij niet zelf heeft verzocht om dat recht op jaarlijkse vakantie te mogen uitoefenen.
Het hof heeft geoordeeld dat van verval van vakantiedagen alleen sprake kan zijn indien de werkgever heeft nagelaten de werknemer er actief toe aan te zetten vakantie te nemen en hem daarbij kennis te geven van het feit dat de vakantie verloren zal gaan bij de beëindiging van het dienstverband.
De werkgever heeft hierbij een vergaande inspanningsplicht om de werknemer daadwerkelijk vakantieverlof te laten nemen. Dit op straffe van behoud van vakantiedagen ondanks een wettelijke vervalregeling. Van een automatisch verval van het recht, waarbij niet wordt nagegaan of de werknemer door de werkgever daadwerkelijk in staat is gesteld om het recht op vakantie uit te oefenen, kan dus geen sprake zijn.

Conclusie

Als vast staat dat de werknemer, nadat hij in de gelegenheid is gesteld om vakantie op te nemen, daarvan bewust en met volledige kennis van de gevolgen heeft afgezien, kan de vakantieaanspraak vervallen dan wel vervalt het recht op financiële vergoeding voor niet-genoten vakantie bij beëindiging van het dienstverband. Als de werkgever echter niet kan bewijzen dat hij de werknemer daadwerkelijk in de gelegenheid heeft gesteld om met behoud van loon zijn vakantie op te nemen, vervallen zijn vakantiedagen niet.

In onze volgende blog zullen wij u uitleggen wat er met uw vakantiedagen gebeurd als u langdurig ziek bent.