U ontmoet iemand. Het klikt. Langzaam aan groeit de relatie. U bent steeds vaker bij elkaar. Op een gegeven moment gaat u zelfs “proef” samenwonen. Klinkt mooi toch?
Niet als één van u beiden een WWBuitkering heeft en niets over dit proefsamenwonen meldt bij de uitkeringsinstantie. De uitkeringsinstantie kan dan namelijk oordelen dat sprake is van een schending van de inlichtingenplicht, u een gezamenlijke huishouding voert en overgaan tot terugvordering van de verstrekte uitkering. Op grond van art. 59 WWB kan bovendien de verleende uitkering ook van de “verzwegen” partner worden teruggevorderd, wanneer wordt geoordeeld dat de bijstandsontvanger het voeren van een gezamenlijke huishouding heeft verzwegen en de partner van de bijstandsverlening op de hoogte was.
Ook als uw partner nog een eigen huis heeft, maar het merendeel van de tijd bij u is bestaat al het risico dat wordt aangenomen dat u een gezamenlijke huishouding voert. Hoe graag u ook het liefst zoveel mogelijk bij elkaar zou willen zijn, let erop als één van u twee een uitkering heeft en u er nog niet aan toe bent om te gaan samenwonen, dat u niet te vaak bij elkaar bent omdat dit vervelende financiële consequenties kan hebben.
(gepubliceerd in de Stedendriehoek in januari 2012)