Voor het berekenen van de (financiële) draagkracht van de onderhoudsplichtige (M/V) wordt onder andere gekeken naar diens inkomsten via salarisstroken en jaaropgaves. Geregeld komen cliënten met de stelling dat hun ex-partner naast betaalde arbeid ook structureel ‘bijbeunt’ en ‘beunde’ in de vrije uurtjes en dat daardoor het gezin tijdens huwelijk de eindjes aan elkaar kon knopen en meer geld kon besteden aan de kinderen. Als dan gevraagd wordt naar bewijsstukken hiervan, zoals rekeningafschriften, blijken de betalingen meestal cash te zijn gedaan. Geen bewijs dus.
In een uitspraak van Hof Leeuwarden van 21-10-2010, LJN BO 2886, is te lezen dat een vrouw in de procedure er op wees dat de inkomsten van de man volgens zijn salarisstrookjes onvoldoende waren om de door hem gestelde vaste lasten te betalen, terwijl hij naast die lasten ook nog kosten maakte ten behoeve van overige huishoudelijke kosten. Het Hof oordeelde dat de man onvoldoende duidelijkheid had verschaft in zijn inkomsten en ging daarom uit van de juistheid van de stelling van de vrouw dat de man tijdens het huwelijk extra inkomsten had. Het verzoek van de vrouw om hogere kinderalimentatie werd toegewezen. Dit arrest is interessant voor het bepalen van de (financiële) behoefte van de kinderen en de draagkracht bij de onderhoudsplichtige.
(gepubliceerd in de Stedendriehoek in april 2011)