Per 1 april 2013 treedt de aanpassing richtlijn kinderalimentatie in werking. De nieuwe wijze van berekening houdt kortweg in dat eerst de behoefte van de kinderen wordt berekend. Dit wordt gedaan door het netto-gezinsinkomen voor scheiding uit te rekenen en dan in de zogenaamde nibudtabel te kijken welk bedrag aan behoefte bij dat inkomen hoort. Dit bedrag wordt verminderd met het kindgebonden budget.
Daarna wordt gekeken naar de draagkracht van de ouders. Dit gebeurt door hun netto-inkomen in de tabel op te zoeken. Vervolgens wordt ieders aandeel in de behoefte berekend.
Een voorbeeld: Een kind heeft volgens de tabel een behoefte van € 280,00. Het kindgebonden budget is € 50,00. Dan is het aandeel van ouders samen in de behoefte van het kind € 230,00. Vader heeft volgens de tabel (en rekening houdend met het fiscale voordeel) een draagkracht van € 700,00 en moeder van € 150,00. Het aandeel van vader in de behoefte is dan 700/850 x 230 = € 189,52. Vader mag echter zorgkosten op zijn aandeel in mindering brengen. Bij een regeling van een weekend per veertien dagen omgang is dat 15% van het aandeel van de ouders in de behoefte. In dit voorbeeld € 34,50. Per saldo dient vader € 155,02 aan moeder te betalen.
(gepubliceerd in de Stedendriehoek in februari 2013)